Ook wij herkennen Alicia

Voor wie het de afgelopen week gemist heeft, de IDFA-documentaire “Alicia” van Maasja Ooms, is uit. De documentaire is, na IDFA, ook uitgezonden op de NPO en biedt een indringende blik op kinderen die op zogenaamde behandel- en woongroepen wonen. Kinderen waarvoor idealiter een plek in een pleeggezin of gezinshuis zou zijn, tenminste, als er voldoende pleeggezinnen en gezinshuizen zouden zijn. De documentaire is een samenvatting van het leven van Alicia vanaf haar 9e jaar tot aan dat zij ongeveer 12 jaar is. Alicia wordt als zij 1 jaar oud is, uit huis geplaatst en komt terecht in een pleeggezin. Door het overlijden van haar pleegvader ziet haar pleegmoeder geen mogelijkheid om voor haar te blijven zorgen en komt zij voor het eerst op een groep terecht. Maar wat is dat nou precies, een woon- of behandelgroep?

Voor wie geen beeld heeft bij woon- en behandelgroepen is het handig om te weten dat deze meestal zijn ingericht op leeftijd, geslacht en/of behandeltype. Er zijn open, halfopen en gesloten groepen en vaak zijn er meerdere groepswoningen in elkaars nabijheid gevestigd. Een groep vanuit een pleeg- of jeugdzorgorganisatie is géén gezinshuis. In een gezinshuis zorgen de gezinshuisouders voor de kinderen/jongeren die daar wonen in een gezinssetting. Op een groep werken professionals die na hun werktijd naar huis gaan. En hoe goed zij het ook bedoelen, het blijft werk en als werknemer blijf je thuis als je ziek bent. Het blijft kunstmatige betrokkenheid want je bent als werknemer zelden uitgesproken vrolijk of verdrietig. Ga je met verlof als je vader/moeder wordt, dan ben je niet op de groep. Spreek je met vrienden en familie af, dan doe je dat in je eigen huis. De kinderen op de groep zijn werk, en werk en privé houdt je gescheiden. Door dit gegeven verandert het gedrag van kinderen die langdurig op een groep wonen en ontstaan er niet zelden gedragsproblemen. Problemen waarmee de huidige groepsleiding niet om kan gaan en dus verhuist het kind. Door de jaren heen ligt naast hospitalisering, ook eindeloos verhuizen op de loer. Bij Alica raakte ik de tel kwijt: ik denk dat zij in de drie jaar dat zij gevolgd werd, een keer of 9 verhuisde. Van groep, naar groep. Nooit naar een gezinshuis of pleeggezin.

Michelle* heette ze, het 13-jarige meisje wat op 23 december na een telefoontje, binnen een uur voor de deur stond. Om 10 uur ’s morgens, met een grote plastic zak van Bart Smit in haar hand, waarin haar hele leven zat. Ze had lang enorm vet en klitterig haar, een vaalwit en zeer triest gezicht en stonk. Ze stonk vreselijk. Een lief, bang meisje dat voor het eerst naar een crisisgezin werd gebracht, sterker nog, voor het eerst in aanraking kwam met jeugdzorg. Michelle was doodmoe en had in geen week zichzelf gewassen, schone kleding aangedaan of haar tanden gepoetst. Michelle zou, zo had de huidige Jeugdbescherming aan onze pleegzorgorganisatie laten weten, in ieder geval tot eind januari bij ons als crisisgezin blijven. In die tussentijd mocht zij op geen enkele manier contact hebben met haar netwerk. Ze moest vooral bijkomen.

Na onszelf voorgesteld te hebben, lieten wij haar haar kamer zien. De weinig bezittingen die ze had, bleven in de plastic zak. We gingen beneden lunchen en stelden haar voorzichtige vragen. Daarna stelden wij voor dat ze ging douchen en daar lekker de tijd voor zou nemen. Haar ogen vielen bijna uit haar hoofd: “mag je hier dan zomaar douchen”? “Ja, meis, dat mag. Zo lang als je wilt”. “Maar ik heb geen shampoo bij me”. “Alles wat in de badkamer staat mag je gebruiken. Neem je tijd en doe je ding. Wij wachten beneden op je”. Ze kwam ruim een uur later met natte haren zonder klitten, een rode blos op haar wangen en in een veel te grote badjas die wij nog hadden hangen, naar beneden. En viel zittend op de bank in slaap. We maakten haar wakker, zetten thee, en bespraken de komende dagen. Kerst stond op de stoep en Michelle had nauwelijks bezittingen, zelfs niet voldoende ondergoed en sokken, en dus was dat deel 1 van het actieplan: de stad in. Ik toog de 24ste met haar naar het centrum en we kochten een karrenvracht aan sokken, ondergoed en verzorgingsspullen, maar ook twee gewone broeken, drie truien, t-shirts, een pyjama en een leuke set kleding voor kerst.

Wat was het een lief meisje, ontzettend onzeker, maar lief. Getraumatiseerd maar lief. Ze at als een bouwvakker en sliep een gat in de dag. Eigenlijk was dat, los van het familiebezoek met kerst waar zij mee naartoe ging, alles wat ze deed: eten, slapen en douchen. We vertelden haar onze plannen met oud en nieuw, want, die wijken een beetje af van gemiddeld. Wij nodigen vrienden uit, spelen bordspellen, kijken tv en steken de bbq aan voor een heuse winterbarbecue. Oliebollen, een feestje en gezelligheid, ze had er zo’n zin in, het was gewoonweg aandoenlijk.

Op 29 december gingen we voor een gesprek naar onze pleegzorgorganisatie, met haar. Er moesten voor de komende weken tenslotte afspraken gemaakt worden over zaken als school. Niemand had ons kunnen voorbereiden op wat er daar gebeurde: haar ouders waren aanwezig en gingen los. Ik zal je de details besparen, maar het einde van het verhaal was dat Michelle niet tot eind januari bleef, maar de dag na de afspraak, 30 december, terug naar huis ging. Geen oud en nieuw bij ons voor haar, terwijl ze er zo naar uit had gekeken. Geen rust van de vreselijke omstandigheden waarin ze thuis zat. Juridisch stonden de ouders volledig in hun recht: noch wij noch de pleegzorgorganisatie kon er iets aan doen. Michelle was letterlijk een kind van de rekening. Iedereen wist dat dit fout zou gaan, iedereen. Met uitzondering van de ouders helaas. En dus ging Michelle 30 december terug naar huis. 5,5 dag was ze bij ons geweest, we wisten nog nauwelijks iets van haar waardoor we haar later ook niet konden bellen, bezoeken of appen.

Ongeveer een kleine 1,5 jaar later, zat ik naar een reportage van Omroep Brabant te kijken over een kunstproject door en voor kinderen die om welke reden dan ook, niet thuis konden wonen. Tot mijn grote verbazing zie ik Michelle! Ze heeft een enorme verandering ondergaan. Fysiek is ze veel aangekomen, haar liefheid zie ik alleen terug als ik lang naar het stilgezette beeld kijk. Wat is zie is passieve agressie. Ik besluit Omroep Brabant te mailen omdat ik haar graag weer zou zien, misschien kunnen we nog iets voor haar betekenen? Mijn mail wordt doorgestuurd naar de kunstenaar die het project begeleid en die stuurt hem weer door naar Michelle. Ze antwoordt en weet nog wie we zijn. Ze wil ons heel graag zien en vraagt of wij dat ook willen. Natuurlijk! Ze blijkt na een paar dagen thuis te zijn geweest, naar een groep te zijn gegaan en ondertussen is zij al diverse malen verhuisd. We kletsten bij en spraken af dat zij de helft van de meivakantie, die over een week of 6 zou beginnen, bij ons zou doorbrengen. Het was een hele leuke week. We speelden veel bordspellen zoals Stratego, gingen wandelen met de hondjes, een keertje naar de film en praatten veel. Ze voelde zich slecht, was gediagnosticeerd met een depressie en hoe leuk die week ook was, het was te veel voor haar om te behappen, om te verwerken. Ze verlangt naar naalden in haar arm zegt ze tegen ons. Omdat ze van kleins af aan niet beter weet en hoopt dat zij zo wél gezien wordt door haar ouders.

We spreken elkaar weer een hele poos niet, zij wil niet, wij dringen niet aan. De zomer van het daaropvolgende jaar, is er een mailtje van haar. We verwelkomen haar weer terug en ze komt zo af en toe een weekend logeren. Inmiddels heeft ze weer diverse verhuizingen meegemaakt, onder andere omdat ze werd verdacht van brandstichting op de groep waar ze toen woonde. Haar leven vliegt aan alle kanten gierend uit de bocht, ze voelt zich nergens thuis, veilig en welkom. Haar gedrag blijft zich in een neerwaartse spiraal bewegen. Ze verwondt zichzelf door hard te vallen en haar pols te breken, door zichzelf te snijden in haar armen en door een hartaanval tijdens het hardlopen voor te wenden. In het ziekenhuis krijgt ze aandacht, wordt ze gezien, maar het brengt haar niet wat ze zo nodig heeft: een permanente veilig en fijne plek. Uiteindelijk wil ze niet meer bij ons logeren en verdwijnt ze weer in het systeem. Een systeem waar wij haar alleen kunnen vinden en helpen als zij dat wil: niemand mag haar gegevens aan ons verstrekken of zelfs maar toegeven dat ze ergens is. Wij kozen ervoor het los te laten, hoe moeilijk dat ook is.

De documentaire is overigens zeer actueel: voor Alicia is helaas tot op het moment dat ik dit schrijf, nog geen geschikte plek buiten de groep gevonden. En dat vindt ze vreselijk: ze wil zó graag gewoon zijn, in een gewoon gezin wonen en opgroeien. Hoe het met onze Alicia, ofwel Michelle, gaat, weten we helaas niet. Het is inmiddels 3 jaar geleden dat we elkaar zagen. Wie weet kruisen onze paden elkaar nog eens. Ze blijft van harte welkom. 

Meer informatie over de documentaire “Alicia”: https://www.idfa.nl/nl/film/1bff1baf-a3c9-434a-976d-d636eb439c9a/alicia

Meer weten over pleegouder worden? Lees dan ook deze blog over de verschillende vormen van pleegzorg: http://tijdelijketieners.nl/pleegzorg-1-pot-nat/

* Alleen de namen van mijzelf en Patrick en de mensen in ons persoonlijke netwerk, zijn echt. Alle andere namen zijn gefingeerd met uitzondering van die van Alicia.

TijdelijkeTieners

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Bericht reactie